Elektuur Halfgeleidergids (1964)

Elektuur is een maandblad over elektronica dat wordt uitgegeven door Elektor International Media bv. Sinds de oprichting in 1961 door Bob W. van der Horst is Elektor een toonaangevend en vooruitstrevend uitgeefhuis met een grote schare trouwe volgers, met name ook in de professionele sector. In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was het tijdschrift een “must” voor de elektronica liefhebber. Het tijdschrift was baanbrekend in synthesizers (Formant), microcomputers (SC/MP, de Junior computer, 8052 Basic board, etc.), versterkers en luidsprekerontwerpen. Er verschenen ook vele speciale uitgaves (bv. de “Luidspreker special”) over deze onderwerpen. Van een aantal ontwerpen zijn nog steeds speciale sites op het internet te vinden. De Elektuur was innovatief (al was dat woord nog niet in de mode) en eigenwijs. Het blad gaf ook vaak print (PCB) ontwerpen. Vaak kant en klaar te koop, maar menig armlastig student heeft tot de jaren 80 deze proberen te reproduceren met fotokopieën en zuurbaden.

Beroemd was de vakantieuitgave “de halfgeleidergids” met vaak meer dan 100 ontwerpen. De eerste uitgave hiervan was in 1964, gevolgd door een jaarlijkse herhaling. Het was een uitgave om naar uit te kijken, met veel gedetailleerde schakelingen met meer-of-mindere praktische toepassing. Sommige gepubliceerde schakelingen kwamen niet veel verder dan een theoretische overweging van een onderwerp, terwijl andere op een stukje gaatjesprint konden worden opgebouwd. Verschillende artikelen hadden een bijbehorend printontwerp, terwijl andere een specifiek ontworpen behuizing bij de publicatie hadden. De halfgeleidergids had een hoog herlees-gehalte en veel schakelingen waren pareltjes van vernuft. Meer berucht was het artikel “het lek van de Elektuur” waar fouten in het de maand daarvoor gepubliceerde ontwerpen werden gecorrigeerd. Menig abonnee wachtte een maandje of twee voordat hij (zelden een zij) aan het project begon. De Elektuur had ook humor. De halfgeleidergids bevatte vaak een onzin ontwerp en sommige series werden met stripjes van ironisch commentaar voorzien. Vaak waren ook in de tekst of naam van het project (de “Stentor” versterker) grappige opmerkingen opgenomen.

Zo rond 2005 begon de interesse voor de halfgeleidergids af te nemen. De layout van het blad spoorde niet goed meer met de aard van de schakelingen: een groter lettertype, brede marges, grote witruimten sloten niet meer aan bij de behoefte aan veel tekst, veel details en veel puzzelgenot van de lezers. Ook probeerde het maandblad in het algemeen te hard om ‘voor iedereen’ geschikt te zijn en veel ‘leerzame’ teksten te publiceren, voorbijgaand aan het feit dat een groot deel van de charme van het vakgebied zit in het moeten puzzelen, steeds opnieuw lezen van teksten en zelfstudie. De leerzame teksten sloten in het geheel niet aan bij de wat meer gevordere lezer, die de Elektuur daarom links begonnen te laten liggen.

In 2022 publiceerde Elektor, de nieuwe naam voor Elektuur, voor het eerst de ‘Circuit Special’, een dankbare poging om de charme van de halfgeleidergids nieuw leven in te blazen. In eerste instantie heette de heruitgave nog ‘Summer Circuits’, maar vanaf 2023 ontstond de definitieve nieuwe naam, ‘Circuit Special’.

Externe link

Evoluon (1966)

Het Evoluon is een discusvormig gebouw in Eindhoven, ontworpen door architecten Louis Kalff en Leo de Bever. De futuristische, op een vliegende schotel gelijkende koepel meet 77 meter in diameter en het beton van de koepel wordt door 169 kilometer spankabel op zijn plaats gehouden. Het Evoluon was bedoeld als uithangbord voor de technologische vooruitgang en dan met name die aspecten daarvan waarbij het van oorsprong Eindhovense bedrijf Philips betrokken was. Het gebouw werd in 1966 ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Philips aan de stad Eindhoven ‘aangeboden’. Het gebouw is van 1966 tot 1989 als educatief technologiemuseum in gebruik geweest en trok in de tweede helft van de jaren ’70 grote bezoekersaantallen. Dit kwam mede omdat de bezoekers zelf mochten experimenteren en demonstratiemodellen konden bedienen. Dat was toen nog nieuw en vooral aantrekkelijk voor scholieren. Veel scholen organiseerden daarom traditioneel eenmaal per jaar een ‘reisje Evoluon’. Het hielp ook dat er in Nederland nog geen concurrerende techniekmusea waren.

Millennium Falcon (1977)

De Millennium Falcon is een fictief ruimteschip uit de Star Wars saga. Hij is van het type YT-1300f Light freighter. De Millennium Falcon is gedurende Episode IV, V en VI het schip van Han Solo, die er uiterst trots op is. Daarvoor was het van Lando Calrissian, wiens idee het was om er smokkelruimtes in te plaatsen. Han Solo won het schip echter van Lando tijdens het gokspel ‘sabacc’. Het schip zorgde ervoor dat Luke Skywalker de Death Star kon opblazen bij de Slag om Yavin, en werd bestuurd door Lando bij het vernietigen van de tweede Death Star (Slag om Endor). In de saga staat de Falcon bekend als één van de snelste schepen in het heelal. Ook heeft het onder andere het record op de befaamde Kessel Run. De Falcon kende zijn moeilijkste momenten tijdens de ontsnapping in een asteroidenveld bij de ontsnapping van de ijsplaneet Hoth, even na de Slag om Hoth.

Texas Instruments’ SN76477 (1978)

De SN76477 van Texas Instruments is een heel veelzijdige audiochip. Deze chip herbergt onder andere een (blokgolf)oscillator voor zeer lage frequenties (SLF), een spanninggestuurde oscillator (VCO), een ruisgenerator, een ruisfilter, een mixer en een eindtrapje (waarmee overigens niet rechtstreeks een luidspreker kan worden aangestuurd). Met behulp van enkele passieve componenten zoals weerstanden en condensatoren (maar vooral potmeters en schakelaars) kan rondom deze chip een schakeling worden gebouwd die verschillende geluiden kan produceren. Deze eigenschap maakt de SN76477 heel geschikt voor gebruik in synthesizers. Vrijwel alle onderdelen die de chip herbergt zijn naar eigen goeddunken in- of uit te schakelen c.q. in te stellen:

  1. De frequentie van het uitgangssignaal van zowel de VCO als de SLF kan met behulp van potmeters naar hartenlust worden gevarieerd;
  2. Met behulp van schakelaars kunnen de (drie) ingangen van de mixer worden ge(de)activeerd;
  3. Er kan (met behulp van een schakelaar) voor worden gekozen om het uitgangssignaal van de SLF te gebruiken om de VCO mee aan te sturen;
  4. De ruisgenerator kan naar believen worden in- of uitgeschakeld.

Moog Minimoog (1970)

De Minimoog is een analoge monofone synthesizer. Het is een van de bekendste synthesizers ter wereld. Robert Moog produceerde de eerste van deze synthesizers in 1970. De opbouw van deze subtractieve analoge synthesizer stond min of meer model voor veel modellen die erna zijn gebouwd. Het instrument beschikt over drie oscillatoren die meerdere golfvormen kunnen weergeven en over een ruisgenerator. Deze golfvormen worden samengevoegd en door een filter en een amplitude-envelope gestuurd (van het type ADSR). Het 24dB/octaafs-filter heeft een bijzonder karakter waardoor de minimoog binnen korte tijd erg populair werd bij veel muzikanten. Vooral de bastonen zijn zeer krachtig. De minimoog beschikt over een eigen klavier en een toon- en modulatie-wiel waarmee het geluid kan worden beïnvloed. De Minimoog was niet alleen in de jaren ’70 erg populair. Ook toen samplers en digitale synthesizers hun intrede deden in de jaren 80 werd de Minimoog algemeen als de beste monofone synthesizer beschouwd.

Harry Harrison’s Wereldcyclus trilogie (1980)

Deze dikke omnibus bevat drie afzonderlijk verschenen romans: THUISWERELD, GRAANWERELD en STERRENWERELD (Rostrum, 1980). Hoofdpersoon is Jan Kulozik, een ingenieur van de ‘hogere klasse’ in Engeland in de nabije toekomst. In THUISWERELD komt Jan tot het besef dat zijn wereld in werkelijkheid een diktatuur is, geregeerd door de Geheime Dienst. Hij ontdekt hoe de lagere klassen leven, doet mee aan een Israelitische revolutiebeweging en wordt als staatsgevaarlijk ge-exporteerd naar de GRAANWERELD. Ook daar slaagt hij erin te breken met gevestigde normen en het wereldbeeld te wijzigen. STERRENWERELD behandelt dan de opstand van de ruimtekolonies tegen het diktatoriaal bewind van de Aarde en Kuloziks terugkeer.

Psion’s Organiser II (1984)

Psion werd in 1980 opgericht door Dr. David Edwin Potter. De eerste drie jaar werd software voor de ZX81– en ZX Spectrum-thuiscomputers ontwikkeld, daarna stapte het bedrijf over op hardwareproducten. De Psion Organiser was in 1984 de eerste zakcomputer die in groten getale verkocht werd. De naam Psion is een afkorting van “Potter Scientific Instruments Or Nothing”. Open Programming Language (OPL) was een programmeertaal om applicaties mee te ontwikkelen op mobiele apparaten van Psion via een ingebouwde programmeeromgeving.

De Psion Organiser II had intern een Hitachi 6303 microprocessor, een kloon van de Motorola 6809.

Externe link

Commodore’s Amiga (1987)

De Amiga 500, ook bekend als de A500, was de eerste goedkope Commodore Amiga 16/32 bit multimedia thuiscomputer. De A500 werd aangekondigd in januari 1987 op hetzelfde moment als de professionele Amiga 2000 en werd als een directe concurrent van de Atari 520ST in de markt gezet.

De geestelijk vader van de Amiga was Jay Miner (1932-1994). Na het ontwerpen van de Atari 400 en 800 stelde hij zich tot doel om een grafisch georiënteerde 16-bits computer voor een betaalbare prijs op de markt te brengen. In eerste instantie kreeg hij met zijn team bij het bedrijf ‘Hi-Toro’ alleen opdrachtgevers voor een spelconsole, die toen populair waren. Miner breidde zijn ontwerp echter stilletjes zodanig uit (zijn belangrijkste bijdrage waren de custom chips Fat Agnus, Denise en Paula) dat er ook een toetsenbord en een compleet besturingssysteem aan kon worden toegevoegd om er een ‘echte’ computer van te maken. Toen de markt voor spelcomputers eind 1983 nagenoeg instortte, was het ombouwen tot een multimedia-computer dan ook relatief snel gebeurd.

Ridley Scott’s Alien (1979)

Alien is een Britse sciencefiction/horrorfilm uit 1979, geregisseerd door Ridley Scott. De filmtitel refereert aan de antagonist van de film, een monsterlijk buitenaards wezen. De hoofdrollen worden vertolkt door Tom Skerritt, Sigourney Weaver, Veronica Cartwright, Harry Dean Stanton, John Hurt, Ian Holm en Yaphet Kotto. De film won een Oscar voor de speciale effecten, waaronder het buitenaardse wezen (de alien) dat werd ontworpen door de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger.

Voor de liefhebber van technische science fiction was Alien een fantastische film. Alien zit vol met technologische snufjes, apparaten, displays, verlichting, bedrading en alle props waren tot in groot detail uitgewerkt.

Externe links

Larry Niven’s Ringwereld (1977)

Ringwereld is een sciencefictionboek van Amerikaans schrijver Larry Niven. Het boek won zowel de Hugo- als de Nebula Award. In 2855 wordt een onderzoeksexpeditie naar de Ringwereld gestuurd, een gigantische door onbekenden gebouwde wereld-ring om een ster. Nessus de poppenspeler, een buitenaards ras, vraagt Louis Wu, Teela Brown en de Kzin-strijder Spreker-tot-Dieren om met hem mee te gaan. Hun ruimteschip stort neer op de Ringwereld en in die uitgestrekte wereld blijken andere, weinig vriendelijke wezens te wonen.

Ringwereld is een kunstmatige ring met een breedte van ongeveer anderhalf miljoen kilometer die in een baan om een zon-achtige ster draait. De diameter van de ring is ongeveer driehonderd miljoen kilometer, zo groot als de baan van de aarde om de zon, de totale bewoonbare oppervlakte is ongeveer driehonderd miljoen keer zo groot als die van de aarde. De draaiing van de ring zorgt voor een kunstmatige zwaartekracht die ongeveer gelijk is aan die van de aarde. Langs de randen van de ring zijn muren van 1500 kilometer hoogte die de atmosfeer binnenhouden. Op enige afstand binnen de ring draait een tweede ring van schaduwvlakken, door de snellere draaiing hiervan zorgt deze voor een regelmatige afwisseling tussen dag en nacht. De nacht is echter nooit helemaal donker omdat gereflecteerd licht van de rest van de ring voor veel licht zorgt. Ook staat de zon overal op de ring altijd in het zenit, recht boven de bewoners.

ELO’s Out of the Blue (1977)

ELO, afkorting voor The Electric Light Orchestra, was superpopulair in 1977 en het dubbelalbum Out of the Blue was het grootste succes van de band. Het album had een prachtig, tot de verbeelding sprekend ruimtestation op de voorzijde, gebaseerd op het eerdere logo van het voorgaande album A New World Record.

Externe link

Orson Scott Card’s Ender wint (1989)

Het verhaal van Ender speelt zich af in een toekomst waarin men maar twee kinderen mag krijgen. Alleen als er kans is op een buitengewoon kind wordt er toestemming voor een derde kind gegeven. Andrew ‘Ender’ Wiggin is zo’n kind, dat ook wel een ‘drietje’ wordt genoemd. Als klein kind wordt hij weggehaald bij zijn familie en op een keiharde oorlogsschool in een ruimtestation geplaatst. De regering hoopt dat Ender – als hij groot is – eindelijk de langdurige oorlog met de buitenaardse insectoïde ‘kruiperds’ kan beëindigen.

Elektuur Lego Buggy (1999)

Met behulp van de Parallax BASIC Stamp, wat losse elektronica, enkele Lego-blokjes en -motoren is op eenvoudige wijze een compacte en programmeerbare mini-robot te maken. De Elektuur Lego Buggy is daar een mooi voorbeeld van: alles heel klein, maar toch flexibel en veelzijdig.

Weerstanden
R1 = 22 k
R2 = 10 k
R3 = 6k8
R4,R5 = LDR
P1,P2 = 250 , instelpotentiometer, staand

Condensatoren
C1…C4,C6,C10,C11 = 100 n, steek 5 mm
C5,C7 = 330 n
C8,C9 = 10 µ/25 V, radiaal
C12 = 100 µ /16 V, radiaal

Halfgeleiders
D1,D2 = infrarood zenddiode, bijv. LD271
IC1 = 74HC04
IC2 = L293D
IC3 = 78L05

Diversen
K1, K2 = infrarood detector IS741F (Sharp)
K3,K6…K9 = 2-polige SIL-socket
S1,S2 = microswitch, enkel maakcontact
Bz1 = piëzo-buzzer
M1, M2 = motor, zie overzicht gebruikte Lego-componenten
K4 = 3-polige SIL-header
K5 = 14-polige SIL-socket
BASIC-Stamp V1
Print: EPS 990035

General Instrument’s SP0256-AL2 (1982)

De SP0256-AL2 is een spraakchip met een 10KHz samplerate en een 12-punts audiofilter dat in staat is om enkelvoudige spraakklanken te genereren. Spraakklanken zijn het elementaire bestandsdeel van gesproken taal: iedere taal heeft een beperkt aantal klanken waarmee alle woorden in die taal gesproken kunnen worden. De chip werd ondermeer door Radio Shack verkocht onder het eigen merk Archer als itemnummer 276-1784. Een uitbreiding hierop, de CTS256A-AL2 maakte het mogelijk om met een eenvoudige seriële aansturing Engelse woorden in spraak om te zetten.

Samuel Meijering’s Rolykit (1973)

De Rolykit is een zeshoekig oprolbaar opbergsysteem. Het werd in 1973 bedacht door de cineast Samuel Meijering. Meijering werd bij het werk aan een filmscript afgeleid door de rommel op zijn bureau. Hij ging nadenken over een oplossing, en sloeg vervolgens aan het tekenen. Ten slotte knutselde hij zelf het ontwerp van karton in elkaar. Met zijn ex-klasgenoot van de filmacademie Gied Jaspars richtte Meijering het bedrijfje Golden Inventions op, dat de rechten van de Rolykit voor 1 miljoen gulden verkocht aan de producent Van der Molen. Er werden wereldwijd 17 miljoen exemplaren van verkocht.

De Rolykit kun je in één keer uitrollen, terwijl in alle vakken van deze opbergdoos de inhoud gewoon op zijn plek blijft. Het geheim van de Rolykit is dat bij het uitrollen ieder opbergvakje pas toegankelijk wordt als het plat op de ondergrond ligt. Bij het oprollen wordt de bodem van het ene vak het deksel van een ander vak. Na de Rolykit bedacht Meijering een zwenkwiel zonder dood punt. Tijdens de octrooiprocedure bleek dat deze vinding ooit al was gedaan, opgekocht door een multinational en nooit in productie genomen.

Een andere vinding van Meijering was het softwareproduct Rostar, een programma voor schoolroosters en -planningen. Een ander belangrijk product van Meijering’s softwarehuis Paralax was ParaShape, een animatieprogramma. ParaText was in 1984 één van de eerste tekstverwerkers waarmee verschillende fonts op matrixprinters konden worden afgedrukt. En hoewel niet succesvol was Book One een programma waarmee tekst, afbeeldingen, animaties en ordening door leken gemaakt kon worden. Het is niet onmogelijk dat het bestaan van Book One een rol heeft gespeeld bij het latere HyperText, waarvan het concept nu door iedereen in de vorm van gelinkte webpagina’s wordt gebruikt.