De Sinclair ZX80 was een eenvoudige thuiscomputer die in 1980 door het bedrijf Sinclair Research van Clive Sinclair werd uitgebracht. Het was de eerste computer die voor minder dan 100 pond verkocht werd in Groot-Brittannië. De ZX80 kon enkel via de post besteld worden en was voor 80 pond ook als kit beschikbaar. De machine had een witte plastic kast en een klein blauw membraantoetsenbord. Ze moest op een televisietoestel worden aangesloten. Het display had 24 regels van 32 tekens. Voor het genereren van het beeld gebruikte de ZX80 een combinatie van hardware en software waardoor ze enkel een beeld kon genereren wanneer er geen programma werd uitgevoerd en niet op input van de gebruiker wachtte. Om programma’s te bewaren had de ZX80 een cassetterecorderingang en -uitgang.
De machine gebruikte als microprocessor een goedkopere Zilog Z80-kloon, de NEC 780C-1, en had 1 KB RAM-geheugen (optioneel uitbreidbaar tot 16 KB) en een Sinclair BASIC-editor/interpreter in een 4 KB ROM. Sinclair BASIC was een integer BASIC die enkel met gehele getallen werkte.
Eén keer per jaar waren station Utrecht Centraal en de Jaarbeurs het domein van duizenden mannen: jong, oud, dik, dun, al dan niet behaard of bebrild. Zij hadden allemaal één ding gemeen: een passie voor computers en alles wat daarmee te maken heeft. Drie dagen per jaar werd hen een gelegenheid gegund om kennis bij te spijkeren en vooral tegen spotprijzen hard- en software aan te schaffen.
De HCC-dagen was een computerbeurs die jaarlijks in de maand november werd gehouden door de Hobby Computer Club (HCC). De locatie was de Jaarbeurs in Utrecht. Aanvankelijk duurde het evenement twee dagen, later werd dit verlengd naar drie. Standhouders waren fabrikanten en leveranciers van computeronderdelen en -apparatuur. Ook was er ruimte voor de gebruikersgroepen van de HCC en was er een markt waar computers en onderdelen verkocht werden tegen doorgaans lagere prijzen dan in de computerwinkels. De HCC-dagen trokken jaarlijks tienduizenden bezoekers. De laatste klassieke HCC-dagen werd in 2006 gehouden.
Psion werd in 1980 opgericht door Dr. David Edwin Potter. De eerste drie jaar werd software voor de ZX81– en ZX Spectrum-thuiscomputers ontwikkeld, daarna stapte het bedrijf over op hardwareproducten. De Psion Organiser was in 1984 de eerste zakcomputer die in groten getale verkocht werd. De naam Psion is een afkorting van “Potter Scientific Instruments Or Nothing”. Open Programming Language (OPL) was een programmeertaal om applicaties mee te ontwikkelen op mobiele apparaten van Psion via een ingebouwde programmeeromgeving.
De Psion Organiser II had intern een Hitachi 6303 microprocessor, een kloon van de Motorola 6809.
De Amiga 500, ook bekend als de A500, was de eerste goedkope Commodore Amiga 16/32 bit multimedia thuiscomputer. De A500 werd aangekondigd in januari 1987 op hetzelfde moment als de professionele Amiga 2000 en werd als een directe concurrent van de Atari 520ST in de markt gezet.
De geestelijk vader van de Amiga was Jay Miner (1932-1994). Na het ontwerpen van de Atari 400 en 800 stelde hij zich tot doel om een grafisch georiënteerde 16-bits computer voor een betaalbare prijs op de markt te brengen. In eerste instantie kreeg hij met zijn team bij het bedrijf ‘Hi-Toro’ alleen opdrachtgevers voor een spelconsole, die toen populair waren. Miner breidde zijn ontwerp echter stilletjes zodanig uit (zijn belangrijkste bijdrage waren de custom chips Fat Agnus, Denise en Paula) dat er ook een toetsenbord en een compleet besturingssysteem aan kon worden toegevoegd om er een ‘echte’ computer van te maken. Toen de markt voor spelcomputers eind 1983 nagenoeg instortte, was het ombouwen tot een multimedia-computer dan ook relatief snel gebeurd.
De Tandy TRS-80 Model 100 was een draagbare computer die werd geïntroduceerd in 1983. Het is één van de eerste echt draagbare computers, met een degelijk toetsenbord en een vloeibaar-kristallenscherm, in een batterijgevoede behuizing ter grootte van een pak met A4’tjes. De computer werd gemaakt door Kyocera en oorspronkelijk in Japan verkocht als de Kyotronic 85. De rechten op het apparaat werden door Tandy gekocht en de TRS-80 Model 100 werd verkocht via de eigen Radio Shack winkels. Het was een enorm succesvolle draagbare computer.
De MITS Altair 8800 is een microcomputer gebaseerd op de Intel 8080A processor. Het vormde de start van de ontwikkeling van de personal computer. De Altair 8800 werd in 1975 ontwikkeld door Ed Roberts en zijn bedrijf MITS en werd voor 397 Amerikaanse dollars als bouwpakket door het Amerikaanse blad Popular Electronics verkocht. De ontwerpers dachten een paar honderd stuks te verkopen aan hobbyisten, maar tot hun verrassing verkochten ze tien keer zoveel gedurende de eerste paar maanden. Vandaag de dag wordt de Altair algemeen erkend als het begin van de ontwikkeling van de personal computer in de daarop volgende jaren. De interne computerbus (de S-100 bus) werd de de-facto industriestandaard en de eerste programmeertaal voor dit apparaat (Altair BASIC) was het product waarmee Microsoft begonnen is.
Binnen zes maanden was er concurrentie in de vorm van de IMSAI 8080, die al een toetsenbord, beeldscherm en diskettestation bezat. In 1976 waren er al meerdere apparaten die verder waren dan de Altair 8800. Ed Roberts eiste van de nieuwe computerwinkels dat zij alleen maar zijn Altair zouden verkopen. Maar daardoor keerden de computerwinkels zich juist van de Altair af en verkochten de andere merken. Zodoende werd de Altair snel uit de markt gedrukt die het zelf had gecreëerd.
Er was een tijd dat er geen iPads en Macintoshes waren en beide Apple Computer medewerkers nog in de garage van Steve Jobs bivakkeerden. In die tijd (het zal 1981 zijn geweest) kwam Multitech (het tegenwoordige Acer) met zijn eerste computer-voor-onderwijsdoeleinden op de markt: de Micro-Professor MPF-1. De MPF-1 was een microprocessorsysteem gebaseerd op een Zilog Z80.
De kleine printplaat van de MPF-1 bevatte de 1,7MHz processor, een rekenmachine-achtig toetsenbord met 36 toetsen en een 6-cijferig 7-segment LED display. Er was verder voorzien in een 8255 PPI Programmable Peripheral Interface die het toetsenbord uitlas en 4KB ROM en 2KB RAM in de vorm van een 2732 EPROM en een 6116 RAM chip. Ook waren er drie lege IC-voeten voor geheugenuitbreiding, naar wens EPROM of RAM, en twee lege IC-voeten voor een Z80 PIO Parallel I/O en een Z80 CTC Counter Timer. De MPF-1 had een kleine luidspreker, aansluitingen voor een cassetterecorder en een gebied waarop kleine eigen schakelingen konden worden gesoldeerd. Bijzonder was de behuizing: die bestond uit een kunststof boekomslag die, dichtgeslagen, zo de boekenkast in kon.
De MPF-1 werd in Z80 assembly geprogrammeerd. De bijgeleverde handleidingen bevatten veel uitgewerkte voorbeelden van onder meer timers en spelletjes die gebruik maakten van het 6-cijferige display. De hexadecimale codes van deze voorbeelden werden byte-voor-byte via het toetsenbord ingevoerd. Het ingebouwde monitorprogramma maakte wijzigingen op het ingevoerde programma eenvoudig en ook het stoppen en instellen van breakpoints was mogelijk. Gebruikers die verder wilden dan de voorbeelden moesten zich specialiseren in Z80 assembly.
Vrij snel na de introductie in 1981 kwam Multitech uit met een kleine versie van een BASIC interpreter, die samen met het monitorprogramma in een 4 kilobyte ROM werd aangeboden. Een overlay over het toetsenbord werd meegeleverd en ook de handleiding, met alweer veel voorbeelden, was prima in orde.
Sciento, de Nederlandse importeur van de MPF-1, gebruikte later de printplaat uit de boekomslag van de Micro-Professor voor hun eigen Teach Pendant CS-113, een besturingscomputer voor hun robot arm CS-113. De EPROM was in deze Teach Pendant door Sciento voorzien van een speciaal programma om de robot arm bewegingen te laten maken en te laten herhalen. Een toetsenbord overlay maakte het apparaat compleet. Het geheel was in een stevige aluminium kast ingebouwd met een voedingsaansluiting en een parallelle poort waarop de robot arm werd aangesloten.
De Casio PB100 was een pocket computer van fabrikant Casio. De PB100 is een doorontwikkelde rekenmachine met meer mogelijkheden dan een wetenschappelijke rekenmachine, zoals programma’s in een hogere programmeertaal schrijven. De PB100 was uitgerust met een goed afleesbaar lc-display.
De tekstadventure is niet begonnen bij Zork, maar Zork heeft wel geholpen om het genre onder een grote getale hobbycomputergebruikers te verspreiden. De tekstadventure is precies wat de naam doet vermoeden: een adventure die uitsluitend met tekst werkt. Omschrijvingen rollen over het scherm en instructies aan de hoofdpersoon in het spel worden door de gebruiker ingetoetst. Het avontuur vindt vaak ondergronds, in kelders en geheime ruimtes plaats, en ook grotten en kastelen worden niet geschuwd. Tot de standaard uitrusting van de adventurespeler behoorden grote vellen papier, potloden en bij voorkeur wat vrienden met dezelfde voorkeur in de vaak droge humor van de tekstadventure.