Soundwise’s Ademnood met Linda, Roos en Jessica (1995)

Productieduo Fluitsma en Van Tijn, drijvende krachten achter het Amsterdamse Soundwise, maakten ter ere van de 1000e aflevering van de Nederlandse soap-serie Goede Tijden, Slechte Tijden voor de personages Linda Dekker (Babette van Veen), Roos de Jager (Guusje Nederhorst) en Jessica Harmsen (Katja Schuurman) het muziekstuk Ademnood, dat met Trijntje Oosterhuis als achtergrondzangeres al snel door de media werd opgepikt en in rap tempo de hitlijsten omhoog klom.

Het trio Linda, Roos en Jessica vertolkte hierna meerdere nummers van Fluitsma en Van Tijn, waaronder de ‘singles’ Alles of niets en Lange nacht. Hoewel dit nooit de opzet was geweest, scoorden de dames veel succes met hun optredens, die evenwel steeds meer conflicteerden met hun rollen in Goede tijden. In 1998 werd de stop eruit getrokken en werd het trio opgeheven.

Het nummer Ademnood is zangtechnisch misschien niet het hoogtepunt waarover de dames in het nummer vertolken. Maar de handige composities van Fluitsma en Van Tijn, de rollende bassen, enthousiast gezongen harmonieën en loepzuivere vocalen van Trijntje Oosterhuis maakten het nummer eenvoudig verteerbaar voor een groot publiek. Gecombineerd met suggestieve teksten en de visuele invulling van de optredens van Babette, Guusje en Katja is er alleszins begrip voor op te brengen dat Ademnood een entry in de database van Retro-Lab.nl heeft gevonden.

Externe links

Kraftwerk’s Die Mensch-Maschine (1978)

In 1970 begonnen Ralf Hütter en Florian Schneider een muzikaal duo dat bijzondere muziek wilde maken. Ralf had ideeën over de styling, Florian had al snel een Minimoog en vaardigheden om daar wilde dingen mee te doen. Enkele kameraden uit Dusseldorf vonden het wel wat en niet lang daarna werd de naam van de band omgedoopt in Kraftwerk. De band maakte gebruik van alles wat geluid kon maken en de technisch onderlegde Florian bedacht steeds nieuwe manieren om als band muzikaal te onderscheiden.

Hoewel het studioalbum 1974 Autobahn voor de doorbraak van Kraftwerk zou zorgen en een belangrijke stempel op de elektronische muziek heeft gedrukt, was het Die Mensch-Maschine uit 1978 die blijvend in de populaire muziek zou worden opgezet. De live optredens waarin Hütter en Schneider, vergezeld door vaak wisselende gezellen, op bijna mechanische wijze muziek vertolken met elektronische, soms elektromechanische instrumenten die als poppen werden bespeeld maar vergezeld gingen van fantastische melodielijnen, luchtige en verhalende teksten en soms stampende ritmelijnen werden nog tientallen jaren voor grote publieken verzorgd.

Hoewel de oprichting van Kraftwerk vooral aan de technisch en muzikaal onderlegde Schneider is te danken, neemt in latere jaren toch Hütter het roer over als Kraftwerk vooral live optredens gaat verzorgen. Schneider is dan de drijvende kracht achter de Kling-Klang studio’s, een geheime fabriekshal waar Schneider de muziekinstrumenten zou aanpassen en modificeren en Hütter de live-optredens zou voorbereiden.

Geier Sturzflug’s Bruttosozialprodukt (1983)

Bruttosozialprodukt is een hit van de Duitse band Geier Sturzflug, het meest bekend van hun muziek in het Neue Deutsche Welle genre. Het nummer Bruttosozialprodukt werd ingezongen door Friedel Geratsch, vaste zanger van de band. Geier Sturzflug is afkomstig uit het Duitse Bochum, Nordrhein-Westfalen en is sinds 1979 actief. Bruttosocialprodukt kwam voor het eerst uit op de B-kant van het album Heiße Zeiten uit 1983.

Wenn früh am Morgen die Werksirene dröhnt
Und die Stechuhr beim Stechen lustvoll stöhnt
In der Montagehalle die Neonsonne strahlt
Und der Gabelstaplerführer mit der Stapelgabel prahlt
Ja, dann wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Die Krankenschwester kriegt ‘nen Riesenschreck
Schon wieder ist ein Kranker weg
Sie amputierten ihm sein letztes Bein
Und jetzt kniet er sich wieder mächtig rein!
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt –
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Wenn sich Opa am Sonntag auf sein Fahrrad schwingt
Und heimlich in die Fabrik eindringt
Dann hat Oma Angst, dass er zusammenbricht
Denn Opa macht heute wieder Sonderschicht!
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt –
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

A-a-an Weihnachten liegen alle rum und sagen puh-uh-uh-uh
Der Abfalleimer geht schon nicht mehr zu
Die Gabentische werden immer bunter
Und am Mittwoch kommt die Müllabfuhr und holt den ganzen Plunder
Und sagt jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Wenn früh am Morgen die Werkssirene dröhnt
Und die Stechuhr beim Stechen lustvoll stöhnt
Dann hat Einen nach dem Andern die Arbeitswut gepackt
Und jetzt singen sie zusammen im
Arbeitstakt-takt-takt-takt-takt-takt-takt:
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt –
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

A Flock of Seagulls (1982)

A Flock of Seagulls is het gelijknamige debuutalbum van de Britse new-wave/synthpop band die aan het begin van de jaren 80 doorbrak. Na de lancering van dit debuutalbum maakten ze een tweede album, Listen, die als een mix klinkt tussen Kraftwerk, Depeche Mode en Hall & Oates. Hoewel voor het grote publiek een succes, en met het grote succesnummer Wishing (If I had a Photograph of You), is het toch het debuutalbum dat perfectionisme uitstraalt en na al die jaren nog steeds plezierig luistert.

A Flock of Seagulls heeft een uniek geluid, waarbij synthesizers en elektrische gitaren elkaar afwisselen. De productie door Bill Nelson heeft voor een fijne mix tussen schelle en soms snerpende gitaar- en synthesizergeluiden, stevige bassen en een prima middengebied gezorgd. Van de 11 nummers op het album zijn er zeker de helft als hits uitgebracht geweest.

A Flock of Seagulls begint met Modern Love is Automatic, waar synthesizer-windgeluiden de eerste 25 seconden in beslag nemen, waarin een elektrische gitaar na nog weer een halve minuut door een drum wordt bijgestaan. Het tweede nummer, Messages, lijkt in eerste instantie een voortzetting van het eerste nummer, maar blijkt toch na enkele maten geheel anders. Voor een groot publiek is I Ran het meest herkenbaar, een nummer dat begint met zee- en zeemeeuwgeluiden.

Yes’ Fragile (1971)

Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden. Luisterend naar het album herken je veel invloeden op later werk van andere bands en artiesten.

The Human League’s Dare (1981)

The Human League is voortgekomen uit de in 1977 opgerichte band The Future. Alleen zanger/liedjesschrijver Philip Oakley maakte deel uit van de originele bezetting, die na ruzie uit elkaar viel en ondermeer opging in de band Heaven 17. The Human League zat op hetzelfde label als Joy Division en Gang Of Four en gebruikten synthesizers voor een kil en indusytrieel gevoel. In 1980 haalde Oakley de tieners Susan Ann Sulley en Joanne Catherall bij de groep als achtergrondzangeressen. De band bestond uiteindelijk uit Philip Oakly zelf, Adrian Wright, keyboard speler Ian Burden, gitarist Jo Callis, zangeressen Joanne Catherall and Susan Ann Sulley en producent Martin Rushent toen The Human League met Don’t You Want Me een wereldhit scoorden. Het hitnummer Don’t You Want Me was meer middle-of-the-road, vrolijker bijna, maar het album Dare staat bol van de succesnummers. In historische termen is Dare één van de meest invloedrijke synthesizer pop albums aller tijden.

Ik werd geïntroduceerd in de voor mij toen nog onwerkelijk moderne geluiden van Dare tijdens een LP-luistersessie bij de plaatselijke muziekwinkel. Met een koptelefoon op vroeg je aan de verkoper wat er zoal nieuw op gebied van muziek was binnengekomen en een zwarte schijf werd uit een albumhoes gevist en op de 33 toeren platenspeler voor je afgespeeld. Ik wist niet wat ik hoorde en had flink wat tijd nodig om aan het geluid, de muziek, ieder nummer eigenlijk te wennen. Toch ging ik met de witte albumhoes naar huis en heb vele uren, dagen en uiteindelijk jaren met het album doorgebracht. Voor mij staat Dare met stip in de top 10 van beste albums binnen de ‘hard core synthesizer pop’, samen met From A to B, Upstairs at Eric’s, The Man Machine en Architecture & Morality.

Dat Dare op een eenzaam voetstuk staat wordt wat mij betreft bevestigd door het feit dat The Human League het succes van dit album hierna (of hiervoor) niet nogmaals heeft weten te evenaren.

Externe link

The Buggles’ The Age of Plastic (1979)

The Age of Plastic is het debutalbum van het duo The Buggles, bestaande uit Trevor Horn en Geoff Downes. Nummers van het album kwam in 1979 en 1980 uit en het album zelf werd zeer goed ontvangen. Het album wordt omschreven als ‘electropop new wave’ en was in die tijd een modern klinkend maar toch herkenbaar geheel, hetgeen met name te danken was aan de mix van synthesizers en traditionele instrumenten zoals de piano. Trevor Horn, later een bekende producer van bands als Yes, Genesis en The Art of Noise, maar ook van artiesten als John Howard, Paul McCartney, Tom Jones, Cher, Grace Jones, Seal, Propaganda, Tina Turner, Lisa Stansfield, Pet Shop Boys, Simple Minds, Eros Ramazzotti en Mike Oldfield, liet op het album voor het eerst zijn herkenbare geluidstijl klinken.

Jean-Michel Jarre’s Oxygène (1977)

Jean-Michel Jarre brak door in 1977 toen zijn eerste internationele Oxygène uitkwam. De daarvan afkomstige single Oxygène IV werd in verschillende landen een hit. Het orgel dat Jarre voor dit album gebruikte, een Eminent Unique 310, bereikte een cultstatus onder verzamelaars en muzikanten toen bekend werd dat dit instrument verantwoordelijk was voor de ‘Jarre-sound’. Jarre gebruikte verder een Mellotron, een ARP2600 en een EMS Synthi AKS. Hij nam het hele album in een periode van 8 maanden thuis op en gebruikte daarvoor een 8-sporencassette.

Kraftwerk’s Autobahn (1974)

Autobahn is een studioalbum van de Duitse formatie Kraftwerk uit 1974. Het album is vooral bekend van de titelsong, die sterk ingekort wekenlang in de Britse en Amerikaanse hitlijsten stond. Het album is één van de bekendste werken van de band. Op het album is een heel scala aan elektronische instrumenten te horen, waardoor Autobahn al sterk neigt naar electro en electropop, waar Kraftwerk later bekend om stond. Zo werd er ondermeer gebruik gemaakt van een Minimoog en een Farfisa Rhythm Unit 10. Hoewel de Moog Minimoog al door veel bands werd gebruikt, bracht Kraftwerk een omwenteling in het gebruik van synthesizers teweeg: er werd niet gezocht naar de nabootsing van bestaande muziekinstrumenten, maar juist naar geheel nieuwe geluid- en ritmestijlen.

Externe link

Wendy Carlos’ Switched-On Bach (1968)

Switched-On Bach is het eerste studioalbum van Wendy Carlos waarop stukken van Johann Sebastian Bach op een Moog synthesizer worden vertolkt. Toen het album in 1968 uitkwam was het eerste ontvangst lauwtjes; er werd in die tijd nog geen gebruik gemaakt van synthesizers en de geluiden waren voor veel mensen te onnatuurlijk. Toch werd het album al snel omarmd en legde het zowel Moog als Carlos geen windeieren: er werden meer dan een miljoen exemplaren van het album verkocht en de Moog synthesizer was vanaf dat moment niet meer aan te slepen.

The Story of Star Wars (1977)

The Story Of Star Wars is een 1977 langspeelplaat met hierop een ingekorte versie van de gebeurtenissen uit de film Star Wars, met dialogen en geluidseffecten uit de oorspronkelijke bioscoopfilm. De opname werd geproduceerd door George Lucas en Alan Livingston en werd aan elkaar gesproken door Roscoe Lee Browne. De bioscoopfilm werd een hit in een tijd dat er geen thuisvideo bestond en voor veel fans was deze langspeelplaat dan de meest bereikbare manier om de film opnieuw te beleven. Het album werd ook op muziekcassette uitgebracht en was een groot commercieel succes.

ELO’s Out of the Blue (1977)

ELO, afkorting voor The Electric Light Orchestra, was superpopulair in 1977 en het dubbelalbum Out of the Blue was het grootste succes van de band. Het album had een prachtig, tot de verbeelding sprekend ruimtestation op de voorzijde, gebaseerd op het eerdere logo van het voorgaande album A New World Record.

Externe link