Electric Light Orchestra discografie (1971)

Electric Light Orchestra is de band van Jeff Lynne met een albumreportoire dat loopt van 1971 tot en met 2001. De bezetting van de band bestond voor de langste periode uit zanger en componist Jeff Lynne, toetsenist Richard Tandy, drummer Bev Bevan en bassist Kelly Groucutt. Strijkers Mik Kaminski, Hugh McDowell en Melvyn Gale zouden een belangrijke stempel drukken op het werk tussen 1973 en 1976.

Electric Light Orchestra albums:

  • No Answer (1971)
    Roy Wood, Jeff Lynne, Bev Bevan
  • ELO 2 (1973)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy
  • On the Third Day (1973)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy
  • Eldorado (1974)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Face the Music (1975)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • A New World Record (1976)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Out of the Blue (1977)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt, Mik Kaminski, Hugh McDowell, Melvyn Gale
  • Discovery (1979)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Time (1981)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Secret Messages (1983)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Balance of Power (1986)
    Jeff Lynne, Bev Bevan, Richard Tandy, Kelly Groucutt
  • Zoom (2001)
    Jeff Lynne, Richard Tandy

Soundwise’s Ademnood met Linda, Roos en Jessica (1995)

Productieduo Fluitsma en Van Tijn, drijvende krachten achter het Amsterdamse Soundwise, maakten ter ere van de 1000e aflevering van de Nederlandse soap-serie Goede Tijden, Slechte Tijden voor de personages Linda Dekker (Babette van Veen), Roos de Jager (Guusje Nederhorst) en Jessica Harmsen (Katja Schuurman) het muziekstuk Ademnood, dat met Trijntje Oosterhuis als achtergrondzangeres al snel door de media werd opgepikt en in rap tempo de hitlijsten omhoog klom.

Het trio Linda, Roos en Jessica vertolkte hierna meerdere nummers van Fluitsma en Van Tijn, waaronder de ‘singles’ Alles of niets en Lange nacht. Hoewel dit nooit de opzet was geweest, scoorden de dames veel succes met hun optredens, die evenwel steeds meer conflicteerden met hun rollen in Goede tijden. In 1998 werd de stop eruit getrokken en werd het trio opgeheven.

Het nummer Ademnood is zangtechnisch misschien niet het hoogtepunt waarover de dames in het nummer vertolken. Maar de handige composities van Fluitsma en Van Tijn, de rollende bassen, enthousiast gezongen harmonieën en loepzuivere vocalen van Trijntje Oosterhuis maakten het nummer eenvoudig verteerbaar voor een groot publiek. Gecombineerd met suggestieve teksten en de visuele invulling van de optredens van Babette, Guusje en Katja is er alleszins begrip voor op te brengen dat Ademnood een entry in de database van Retro-Lab.nl heeft gevonden.

Externe links

Kraftwerk’s Die Mensch-Maschine (1978)

In 1970 begonnen Ralf Hütter en Florian Schneider een muzikaal duo dat bijzondere muziek wilde maken. Ralf had ideeën over de styling, Florian had al snel een Minimoog en vaardigheden om daar wilde dingen mee te doen. Enkele kameraden uit Dusseldorf vonden het wel wat en niet lang daarna werd de naam van de band omgedoopt in Kraftwerk. De band maakte gebruik van alles wat geluid kon maken en de technisch onderlegde Florian bedacht steeds nieuwe manieren om als band muzikaal te onderscheiden.

Hoewel het studioalbum 1974 Autobahn voor de doorbraak van Kraftwerk zou zorgen en een belangrijke stempel op de elektronische muziek heeft gedrukt, was het Die Mensch-Maschine uit 1978 die blijvend in de populaire muziek zou worden opgezet. De live optredens waarin Hütter en Schneider, vergezeld door vaak wisselende gezellen, op bijna mechanische wijze muziek vertolken met elektronische, soms elektromechanische instrumenten die als poppen werden bespeeld maar vergezeld gingen van fantastische melodielijnen, luchtige en verhalende teksten en soms stampende ritmelijnen werden nog tientallen jaren voor grote publieken verzorgd.

Hoewel de oprichting van Kraftwerk vooral aan de technisch en muzikaal onderlegde Schneider is te danken, neemt in latere jaren toch Hütter het roer over als Kraftwerk vooral live optredens gaat verzorgen. Schneider is dan de drijvende kracht achter de Kling-Klang studio’s, een geheime fabriekshal waar Schneider de muziekinstrumenten zou aanpassen en modificeren en Hütter de live-optredens zou voorbereiden.

Roger Linn’s LinnDrum (1982)

De LinnDrum is een muziekinstrument waarmee voorgeprogrammeerde drumpatronen worden weergegeven. Het werd vanaf 1982 in een aantal van ongeveer 5.000 door Linn Instruments geproduceerd voor muzikanten zoals Frankie Goes To Hollywood, Madonna, Harold Faltermeyer, Tears for Fears, Denice Williams en vele, vele anderen.

De LinnDrum heeft vijftien 8-bit 28-35 kHz gesampelde drumgeluiden, die vrijelijk in een door de gebruiker te bepalen patroon konden worden ingeprogrammeerd. Het geluid van een LinnDrum, evenals de meeste drumstellen, is zeer herkenbaar en door de brede inzet ervan in de jaren ’80 heeft de LinnDrum een grote stempel gedrukt op de muziek uit die periode.

Externe link

Yamaha’s AN200 desktop physical modeling analog synthesizer and sequencer (2001)

Wie in de jaren ’80 van de vorige eeuw naar Fame heeft gekeken en muziekgenie Bruno eigenhandig met z’n elektronika een heel orkest heeft zien nabootsen vraagt zich af waar je dat mee kunt doen. Yamaha had daar het antwoord op, in de vorm van de AN1x synthesizer, een toetsenbord met ingebouwde synthesizer muziekstudio. Dit laatste deel heeft Yamaha losgetrokken en in een aparte behuizing op de markt gebracht. De AN200, ter grootte van een A4’tje, heeft oneindig veel geluidsmogelijkheden.

Het is bijna onmogelijk om de functies en mogelijkheden van de AN200 in enkele woorden te omschrijven. Yamaha zelf probeerde het als volgt:

De AN200 is een gecombineerde toongenerator en sequencer met een enorme hoeveelheid sonische kracht en real-time performance besturing in een exceptioneel compacte en gemakkelijk te gebruiken “desktop” verpakking. Het is, als één van de instrumenten van de Loopfactory groep, een gereedschap van verbazingwekkend hoge kwaliteit en veelzijdigheid voor loop-gebaseerde muziek productie. Gebruik het op uw gigs, als deel van uw DJ setup — of als uw geheime wapen in uw studio arsenaal. Met achttien knoppen en een heleboel schakelaars, waarvan er vele “dedicated” zijn — dit betekent dat een regelaar specifiek is en ALLEEN dat doet wat zijn naam aangeeft — is de AN200 een droom voor elke synthesizer freak. Het Analog Physical Modeling synthese systeem geeft de ongelofelijk rijke en kolossale analoog-lijkende Voices van de AN200 kracht. Het bevat niet alleen dezelfde vertrouwde oscillator, filter en andere geluid-vormende regelaars die op traditionele analoge synthesizers gevonden wordt— het geeft u het gehele spectrum van warme, vette, en pittige geluiden waardoor die legendarische instrumenten beroemd werden. Bespeel de hoge kwaliteit analoge-stijl Voices van de AN200 met volledige 5-noot polyfonie — via het ingebouwde toetsenbord of via een MIDI apparaat. Gebruik de ingebouwde 16-staps sequencer om uw eigen synth en ritme sequences te creëren. En verhoog de kracht van de alle-eigenschappen bevattende AN200 Editor op uw computer — om gebruik te maken van ALLE verbazingwekkende sonische kracht die de AN200 te bieden heeft.

Nederlandstalige Handleiding Yamaha AN200

Externe links

Geier Sturzflug’s Bruttosozialprodukt (1983)

Bruttosozialprodukt is een hit van de Duitse band Geier Sturzflug, het meest bekend van hun muziek in het Neue Deutsche Welle genre. Het nummer Bruttosozialprodukt werd ingezongen door Friedel Geratsch, vaste zanger van de band. Geier Sturzflug is afkomstig uit het Duitse Bochum, Nordrhein-Westfalen en is sinds 1979 actief. Bruttosocialprodukt kwam voor het eerst uit op de B-kant van het album Heiße Zeiten uit 1983.

Wenn früh am Morgen die Werksirene dröhnt
Und die Stechuhr beim Stechen lustvoll stöhnt
In der Montagehalle die Neonsonne strahlt
Und der Gabelstaplerführer mit der Stapelgabel prahlt
Ja, dann wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Die Krankenschwester kriegt ‘nen Riesenschreck
Schon wieder ist ein Kranker weg
Sie amputierten ihm sein letztes Bein
Und jetzt kniet er sich wieder mächtig rein!
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt –
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Wenn sich Opa am Sonntag auf sein Fahrrad schwingt
Und heimlich in die Fabrik eindringt
Dann hat Oma Angst, dass er zusammenbricht
Denn Opa macht heute wieder Sonderschicht!
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt –
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

A-a-an Weihnachten liegen alle rum und sagen puh-uh-uh-uh
Der Abfalleimer geht schon nicht mehr zu
Die Gabentische werden immer bunter
Und am Mittwoch kommt die Müllabfuhr und holt den ganzen Plunder
Und sagt jetzt wird wieder in die Hände gespuckt
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Wenn früh am Morgen die Werkssirene dröhnt
Und die Stechuhr beim Stechen lustvoll stöhnt
Dann hat Einen nach dem Andern die Arbeitswut gepackt
Und jetzt singen sie zusammen im
Arbeitstakt-takt-takt-takt-takt-takt-takt:
Ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt –
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!
Wir steigern das Bruttosozialprodukt!
Ja, ja, ja, jetzt wird wieder in die Hände gespuckt!

Moog The Rogue (1980)

Moog, bekend van de indrukwekkende modulaire synthesizers uit de jaren ’60 en ’70, kwam in 1970 uit met de Minimoog, een voor Moog begrippen betaalbare eenvoudiger versie van de enorme machines die daarvoor gebruikt werden door o.a. Wendy Carlos en Johan Timman. Hoewel de mogelijkheden van de Minimoog veel minder waren dan de modulaire Moog synthesizers, werd de Minimoog, met drie oscillatoren en een ruisgenarator, een Moog filter en een ADSR generator, warm ontvangen en was er vanaf 1970 geen enkele zichzelf respecterende toetsenist meer die er niet tenminste één in bezit had. Met een prijs van een paar duizend gulden was het echter geen hobbyinstrument,

De Moog The Rogue is een mono analoge synthesizer die in het begin van de jaren ’80 werd geproduceerd. De Rogue had een ingebouwd toetsenbord met 32 noten (2 1/2 oktaaf), twee oscillatoren, een Moog filter en een ADSR geluidsvorm generator. Met een lage kostprijs en een professionale uitstraling was de Moog The Rogue een instant success. Wat bouwkwaliteit betreft was er op de Rogue duidelijk bezuinigd: de plastic zijkantjes pasten maar zo-zo op de dunne aluminium behuizing en de potmeters waren niet van al te beste kwaliteit. Ook de knoppen nomineerden zich voor vervanging in de garantieperiode. De printplaat met alle onderdelen, onder de regelaars geplaatst, had wel de onderdelen en configuratie van een echte Moog, maar de uitvoering was zo-zo: een pertinax (geperst karton) printplaat, handgetrokken printbanen en goedkope onderdelen stond garant voor moeizame stemming en het was dan ook nodig de Rogue met enig regelmaat te onderhouden.

De Concertmate MG-1, een gelijkende syntesizer van Tandy/Realistic, werd ook door Moog geproduceerd. Zowel de Rogue als de MG-1 waren bedoeld voor thuismusikanten.

In 2017 kwam Korg met de Monologue, een synthesizer die in uitstraling en mogelijkheden een knipoog doet naar de Moog The Rogue uit 1980.

A Flock of Seagulls (1982)

A Flock of Seagulls is het gelijknamige debuutalbum van de Britse new-wave/synthpop band die aan het begin van de jaren 80 doorbrak. Na de lancering van dit debuutalbum maakten ze een tweede album, Listen, die als een mix klinkt tussen Kraftwerk, Depeche Mode en Hall & Oates. Hoewel voor het grote publiek een succes, en met het grote succesnummer Wishing (If I had a Photograph of You), is het toch het debuutalbum dat perfectionisme uitstraalt en na al die jaren nog steeds plezierig luistert.

A Flock of Seagulls heeft een uniek geluid, waarbij synthesizers en elektrische gitaren elkaar afwisselen. De productie door Bill Nelson heeft voor een fijne mix tussen schelle en soms snerpende gitaar- en synthesizergeluiden, stevige bassen en een prima middengebied gezorgd. Van de 11 nummers op het album zijn er zeker de helft als hits uitgebracht geweest.

A Flock of Seagulls begint met Modern Love is Automatic, waar synthesizer-windgeluiden de eerste 25 seconden in beslag nemen, waarin een elektrische gitaar na nog weer een halve minuut door een drum wordt bijgestaan. Het tweede nummer, Messages, lijkt in eerste instantie een voortzetting van het eerste nummer, maar blijkt toch na enkele maten geheel anders. Voor een groot publiek is I Ran het meest herkenbaar, een nummer dat begint met zee- en zeemeeuwgeluiden.

Mellotron’s M400 (1970)

De Mellotron M400 is een als een piano met toetsen bespeelbaar muziekinstrument dat voor iedere toon een korte magnetische geluidsband met bijbehorende afspeelkop ingebouwd heeft. Als een toets wordt ingedrukt dan wordt de bijbehorende geluidsband tegen de geluidskop en een aandrijfrol gedrukt. De geluidsband bevat ongeveer 8 seconden geluid en wordt na het afspelen door een veer in de uitgangspositie teruggebracht. De Mellotron M400 is een bijzonder instrument met een heel kenmerkend, wat zweverig geluid, dat in de muziek veel gebruikt wordt als alternatief voor strijkinstrumenten en zangkoren.

Externe links

Yes’ Fragile (1971)

Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden. Luisterend naar het album herken je veel invloeden op later werk van andere bands en artiesten.

The Human League’s Dare (1981)

The Human League is voortgekomen uit de in 1977 opgerichte band The Future. Alleen zanger/liedjesschrijver Philip Oakley maakte deel uit van de originele bezetting, die na ruzie uit elkaar viel en ondermeer opging in de band Heaven 17. The Human League zat op hetzelfde label als Joy Division en Gang Of Four en gebruikten synthesizers voor een kil en indusytrieel gevoel. In 1980 haalde Oakley de tieners Susan Ann Sulley en Joanne Catherall bij de groep als achtergrondzangeressen. De band bestond uiteindelijk uit Philip Oakly zelf, Adrian Wright, keyboard speler Ian Burden, gitarist Jo Callis, zangeressen Joanne Catherall and Susan Ann Sulley en producent Martin Rushent toen The Human League met Don’t You Want Me een wereldhit scoorden. Het hitnummer Don’t You Want Me was meer middle-of-the-road, vrolijker bijna, maar het album Dare staat bol van de succesnummers. In historische termen is Dare één van de meest invloedrijke synthesizer pop albums aller tijden.

Ik werd geïntroduceerd in de voor mij toen nog onwerkelijk moderne geluiden van Dare tijdens een LP-luistersessie bij de plaatselijke muziekwinkel. Met een koptelefoon op vroeg je aan de verkoper wat er zoal nieuw op gebied van muziek was binnengekomen en een zwarte schijf werd uit een albumhoes gevist en op de 33 toeren platenspeler voor je afgespeeld. Ik wist niet wat ik hoorde en had flink wat tijd nodig om aan het geluid, de muziek, ieder nummer eigenlijk te wennen. Toch ging ik met de witte albumhoes naar huis en heb vele uren, dagen en uiteindelijk jaren met het album doorgebracht. Voor mij staat Dare met stip in de top 10 van beste albums binnen de ‘hard core synthesizer pop’, samen met From A to B, Upstairs at Eric’s, The Man Machine en Architecture & Morality.

Dat Dare op een eenzaam voetstuk staat wordt wat mij betreft bevestigd door het feit dat The Human League het succes van dit album hierna (of hiervoor) niet nogmaals heeft weten te evenaren.

Externe link

Leo Fender’s Telecaster (1950)

De Fender Telecaster is een elektrische gitaar, ontworpen door Leo Fender in 1949 en voor het eerst op de markt gebracht in 1950. Deze gitaar heeft een enkele cut-away onderaan in de body. Kenmerkend voor de Telecaster zijn de twee regelknoppen, één voor geluidssterkte aan de zijde van de hals, en één voor hoge-tonenregeling. Ook de stemknoppen aan één kant van de hals zijn kenmerkend. Met het op de markt brengen van de Telecaster begon Leo Fender de opmars van de elektrische gitaren met massieve klankkast in de populaire muziek en daarmee is deze gitaar een belangrijke factor in de huidige pop- en rockcultuur geworden.

De Telecaster is een gitaar die vooral gebruikt wordt voor lichtere genres, zoals blues en country, maar ook voor rock- en popmuziek is deze gitaar geliefd vanwege de heldere, sprankelende geluiden. Jazzgitaristen zoals Joe Pass, Ed Bickert en Bill Frisell waarderen het instrument om de warme, heldere tonen en de goede bespeelbaarheid.

Externe link

The Buggles’ The Age of Plastic (1979)

The Age of Plastic is het debutalbum van het duo The Buggles, bestaande uit Trevor Horn en Geoff Downes. Nummers van het album kwam in 1979 en 1980 uit en het album zelf werd zeer goed ontvangen. Het album wordt omschreven als ‘electropop new wave’ en was in die tijd een modern klinkend maar toch herkenbaar geheel, hetgeen met name te danken was aan de mix van synthesizers en traditionele instrumenten zoals de piano. Trevor Horn, later een bekende producer van bands als Yes, Genesis en The Art of Noise, maar ook van artiesten als John Howard, Paul McCartney, Tom Jones, Cher, Grace Jones, Seal, Propaganda, Tina Turner, Lisa Stansfield, Pet Shop Boys, Simple Minds, Eros Ramazzotti en Mike Oldfield, liet op het album voor het eerst zijn herkenbare geluidstijl klinken.

Jean-Michel Jarre’s Oxygène (1977)

Jean-Michel Jarre brak door in 1977 toen zijn eerste internationele Oxygène uitkwam. De daarvan afkomstige single Oxygène IV werd in verschillende landen een hit. Het orgel dat Jarre voor dit album gebruikte, een Eminent Unique 310, bereikte een cultstatus onder verzamelaars en muzikanten toen bekend werd dat dit instrument verantwoordelijk was voor de ‘Jarre-sound’. Jarre gebruikte verder een Mellotron, een ARP2600 en een EMS Synthi AKS. Hij nam het hele album in een periode van 8 maanden thuis op en gebruikte daarvoor een 8-sporencassette.

Kraftwerk’s Autobahn (1974)

Autobahn is een studioalbum van de Duitse formatie Kraftwerk uit 1974. Het album is vooral bekend van de titelsong, die sterk ingekort wekenlang in de Britse en Amerikaanse hitlijsten stond. Het album is één van de bekendste werken van de band. Op het album is een heel scala aan elektronische instrumenten te horen, waardoor Autobahn al sterk neigt naar electro en electropop, waar Kraftwerk later bekend om stond. Zo werd er ondermeer gebruik gemaakt van een Minimoog en een Farfisa Rhythm Unit 10. Hoewel de Moog Minimoog al door veel bands werd gebruikt, bracht Kraftwerk een omwenteling in het gebruik van synthesizers teweeg: er werd niet gezocht naar de nabootsing van bestaande muziekinstrumenten, maar juist naar geheel nieuwe geluid- en ritmestijlen.

Externe link