Philips’ Compact Disc (1979)

Samen met Sony ontwikkelde Philips de Compact Disc (cd), die voor het eerst werd gefabriceerd op 17 augustus 1979 door Philipsonderdeel Polygram te Langenhagen. Een cd is een optische schijf die oorspronkelijk voor de opslag van muziek werd gebruikt als vervanger van de grammofoonplaat van vinyl, maar die sinds een paar jaar na de introductie ook voor opslag van andersoortige gegevens werd ingezet zoals de cd-rom (computerdata) en cd-video (films).

Philips vond in Sony een perfecte partner voor de cd. Philips had nog veel ongebruikte videoplaatoctrooien beschikbaar. Sony had een specialisatie in digitale technieken. In 1986 kwam de cd-rom hieruit voort, die gebruikt werd voor het opslaan van computerdata. Twee jaar later werd de cd-rom beschrijfbaar. Later werd de cd-rom vervolmaakt; eerst de dvd (1997) en daarna blu-ray (2006).

Microsoft Windows 1.0 (1985)

Windows is een grafisch besturingssysteem ontwikkeld door Microsoft. Versie 1.0, bedoeld voor IBM PC’s en compatible computers met een 80×86 microprocessor, werd op 20 november 1985 op de markt gebracht. Microsoft had daarvoor nauw samengewerkt met Apple om programma’s te ontwikkelen voor hun Apple Macintosh en met de ervaring die daarmee door ontwikkelaars van Microsoft werd opgedaan werd de eigen grafische schil rondom MS-DOS ontwikkeld. Microsoft oprichter Bill Gates ontwikkelde veel van de applicaties die met Windows 1.0 werden meegeleverd, waaronder Calculator en Notepad. Windows 1.0 was op z’n best een slap aftreksels van het Apple Mac OS besturingssysteem, maar vormde wel het begin van de Windows productlijn die, eenmaal uitgebreid en ontdaan van de afhankelijkheid met MS-DOS, wereldwijd het grootste en meestgebruikte besturingssysteem zou gaan worden. In 2015 werd Windows 10 uitgebracht, die zich op alle fronten kon meten met OS X, de dan actuele versie van het Macintosh besturingssysteem.

Tim Berners-Lee’s World Wide Web (1991)

Midden jaren tachtig kwam Tim Berners-Lee in dienst van het CERN, het Europese laboratorium voor deeltjesfysica in Meyrin, in het kanton Genève ten westen van de stad Genève op de grens van Frankrijk en Zwitserland. Als softwareontwikkelaar schreef hij daar het databasesysteem ENQUIRE, waarin hij hypertekst introduceerde: activeerbare hyperlinks om informatie te delen en te updaten tussen de gebruikers. Vanaf maart 1989 werkte hij dit concept verder uit tot het World Wide Web: het combineren van hypertekst met het internet, een gedecentraliseerd netwerk dat in de jaren zestig door het Amerikaanse leger was ontwikkeld. Tevens schreef hij de eerste webbrowser en startte de eerste webserver op een NeXTcube. Op 6 augustus 1991 lanceerde hij de allereerste website: http://info.cern.ch/hypertext/WWW/TheProject.html, waarmee het wereldwijde web een feit was.

De basis voor het wereldwijde web wordt gevormd door het internet, een gedecentraliseerd netwerk dat zijn oorsprong vindt in het ARAPNET, een in 1969 door ARPA, een dienst van het Amerikaanse ministerie van Defensie, begonnen computernetwerk gebaseerd op packet switching. De term ‘Internet’ werd in 1974 voor het eerst gebruikt in een document van Vinton Cerf en zijn manager, Bob Kahn, over TCP. Op 1 januari 1983 stapte ARPANET over van NCP naar TCP/IP als netwerkprotocol (waarbij IP staat voor Internet Protocol), en daarmee was de geboorte van het internet in zijn huidige technische vorm een feit. Het gebruik ervan verspreidde zich verder onder universiteiten en aan de overheid gelieerde instellingen, eerst in de Verenigde Staten, later ook in Canada, Europa en Japan. Het meeste gebruik vond plaats in de vorm van het tekstgebaseerde SMTP (e-mail), FTP (bestandsoverdracht) en telnet (tekstuele interactieve sessies).

Yes’ Fragile (1971)

Fragile is het vierde album van de Britse progressieve rockband Yes. Dit is het eerste Yes-album waarop toetsenist Rick Wakeman meespeelt en ook het eerste Yes-album waarvan de cover en het bandlogo zijn ontworpen door Roger Dean, een Britse illustrator. Op het album speelden Jon Anderson (zang, percussie), Chris Squire (basgitaar, zang), Steve Howe (gitaar, zang), Rick Wakeman (piano, orgel, Moog en andere synthesizers) en Bill Bruford (drums, percussie). Hoewel het geluid van Yes in latere jaren een typisch Jon Anderson stijl zou hebben, was dat op dit album nog niet het geval. Het geheel van het album, muziek en artwork, is in een overtuigende balans. Fragile is mogelijk daarom een iconisch progressieve rockalbum, waarvan de nummers Roundabout en Heart of the sunrise nog steeds als rock-evergreen en klassieker beschouwd worden. Luisterend naar het album herken je veel invloeden op later werk van andere bands en artiesten.

Microsoft’s Xbox (2001)

De Xbox is een spelcomputer van Microsoft. Hij werd op 15 november 2001 uitgebracht in Noord-Amerika en begin 2002 in Europa. De Xbox is een veelzijdig apparaat. Naast het spelen van computerspellen kan met het apparaat dvd’s worden bekeken en op de ingebouwde harde schijf muziek worden opgeslagen. Feitelijk is de Xbox een PC, maar omdat de software volledig aangepast is, is hier weinig van te merken. De machine functioneert net als iedere andere spelcomputer. De specificaties zijn een aangepaste Pentium III, 64 MB geheugen, een grafische chip gebaseerd op de NVIDIA NV25, een harde schijf van 8 GB.

Ondanks het feit dat de Xbox hardware overeen kwam met dat van PC’s uit die tijd, was het door een speciale beveiliging niet mogelijk om PC software, of andere besturingssystemen, op de Xbox te draaien. Er ontstond al gauw een hele grote schare aan hobbyisten die probeerden om toch de XBox van bijvoorbeeld Linux te voorzien. Uiteindelijk werden meerdere mogelijkheden ontdekt om Linux op de Xbox te draaien, inclusief een volledige herprogrammering van de Xbos BIOS.

Nintendo Entertainment System (1985)

De Nintendo Entertainment System (NES) is de eerste in een serie van door Nintendo uitgebrachte spelcomputers. Dit 8-bitsysteem met als hart een MOS 6502 werd uitgebracht in Japan, Noord-Amerika, Europa en Australië. De NES is met een antennekabel aan te sluiten op het televisietoestel. De spellen voor de NES waren vooral side scrollers of spellen met een top down-perspectief. De NES was het startplatform voor verschillende bekende reeksen, zoals Mario, The Legend of Zelda en Final Fantasy.

General Consumer Electronics’ Vectrex (1982)

De Vectrex is de allereerste, en enige, spelcomputer met een ingebouwd CRT beeldscherm en vector graphics. Het werd ontwikkeld door John Ross, Mike Purvis, Tom Sloper en Steve Marking van Western Technologies/Smith Engineering. De Vectrex werd in 1981 aan General Consumer Electronics in licentie gegeven, die de Vectrex in juni 1982 op de markt bracht. Begin 1983 werd GCE door Milton Bradley overgenomen, die de Vectrex bleef verkopen. Door de video game crash van 1983 heeft de Vectrex Milton Bradley echter tientallen miljoenen gekost.

De hardware van de Vectrex bestaat uit een Motorola 6809 microprocessor, 1 KB RAM, 8 KB ROM en spellen in een ROM-cartridge van 32 KB. Het geluid werd geproduceerd door een General Instrument AY-3-8912. Het beeldscherm is een Samsung model 240RB40 monochroom beeldbuis van 9 × 11 inches.

PTT’s T65 (1965)

De T65 is het in 1965 door de PTT geïntroduceerde standaard-telefoontoestel voor het Nederlandse telefoonnet, die aan iedere nieuwe abonnee gratis werd verstrekt. Aanvankelijk was de T65 grijs met een grijs snoer, een witte bodem en witte schroefdoppen op de hoorn. De T65 was leverbaar met een transparante kiesschijf voor pulskiezen en later ook met drukknoppen voor toonkiezen. De laatste werd verstrekt aan abonnees die waren aangesloten op een computergestuurde telefooncentrale.

Pulskiezen was de manier om met een analoog telefoontoestel telefoonnummers te vormen. De analoge telefoonlijn beschikte over twee geleiders. Het kiezen van nummers werd uitgevoerd door de stroom door de leiding in een bepaald ritme te onderbreken. Om bijvoorbeeld het nummer 0 te kiezen werd de stroom 10 keer gedurende 68 ms onderbroken, met tussenruimtes van 32 ms, en gevolgd door een pauze van 200 ms. De draaischijf op de T65 speelde hierbij een belangrijke rol: de gebruiker deed een vinger in de uitsparing met het te draaien getal en roteerde de draaischijf met de klok mee tot de aanslag en liet de draaischijf dan los. Het draaimechanisme met veer en vertraging zorgde nu voor de juiste timing en onderbrekingen.

PTT is de afkorting voor Posterijen, Telegrafie en Telefonie. In Nederland was de PTT het staatsbedrijf dat voor deze taken verantwoordelijk was. De Staat verzelfstandigde de PTT in 1989, wat daarna met het predicaat Koninklijk verderging onder de naam Koninklijke PTT Nederland NV (KPN). Van alle ondernemingen van PTT (telefonie, koeriersdiensten, post en pakketten, bankieren) heeft KPN alleen nog de telecommunicatie en ICT-diensten in het portfolio.

Massimo Banzi’s Arduino (2004)

Het Arduino platform werd in 2004 gelanceerd en was direct erg succesvol. Het platform bestaat uit een kleine single board computer ter grootte van een bankpas met hierop een ATmega8 microcontroller, USB-connector, voedingsconnector en connectorstrips om sensoren en actuatoren uit te lezen en aan te sturen. Programma’s, sketches genoemd, worden geschreven in een bijbehorende programmeeromgeving. De printplaat gebruikt een gestandaardiseerde maatvoering waardoor het relatief eenvoudig is om uitbreidingen op de printplaat uit te brengen, shields genoemd. Een USB-kabeltje tussen printplaat en computer volstaat voor de voeding en voor het programmeren en de programmeeromgeving voorziet in voorbeeldprogramma’s voor diverse hardwareprojecten.

Het succes van de Arduino was ondermeer te wijten aan de lage prijs en de optimale verkrijgbaarheid, de solide  integratie met de (gratis te downloaden) programmeeromgeving die voor PC, Mac én Linux beschikbaar was, de praktische informatie die al vanaf de introductie beschikbaar was op de bijbehorende Arduino website en de grote hoeveelheid aandacht die het platform kreeg vanuit de media. Arduino was ideaal voor het snel maken van een hardware-prototype en het gebruik in het onderwijs.

Arduino stond bekend om haar ‘open source’ gedachte, maar de makers van Arduino zaten daar dubbel in. Het Arduino team werd getrokken door Massimo Banzi, die ook de naam had bedacht en bij de ontwikkeling van de Arduino vormfactor was betrokken. Er werd veel moeite gedaan om het gebruik van ‘Chinese klonen’ te ontmoedigen, die prijstechnisch ruim onder de kostprijs van de eigen printplaatproductie doken maar verder volledig voldeden aan de open source hardwarespecificaties. Ook was er veel interne ontevredenheid. De makers kwamen in het nieuws door onderlinge ruzies over wie ‘Arduino’ had bedacht en wie zich eigenaar van de naam mocht noemen. Later kwam uit dat er valsheid in geschrifte was gepleegd en dat Arduino zelf gekopieerd was van het eveneens open source ‘Wiring’, dat door een student van Massimo Banzi was ontwikkeld, inclusief de programmeertaal, de programmeeromgeving, de programmeervoorbeelden en de bootloader.

De oorspronkelijk gebruikte ATmega8 microcontroller werd al snel opgevolgd door krachtiger exemplaren, maar ook kleinere Atmel microcontrollers, zoals de 8-pins ATtiny85, konden worden gebruikt.

Externe links

Lamborghini Countach (1974)

De Lamborghini Countach is een sportauto geproduceerd door de Italiaanse autobouwer Lamborghini van 1974 tot 1990. Het eerste productiemodel was de LP400, die in 1974 aan het publiek werd voorgesteld. De LP400 had een 4 liter, 375 pk achterliggende motor en deuren die omhoog open gingen en niet zijwaarts, een systeem dat typisch zou worden voor Lamborghini. De stoelen waren relatief ver naar voren geplaatst, om achterin ruimte voor de motor te creëren. Dit principe zou later door andere supercars worden overgenomen. De Lamborghini Countach speelde een belangrijke rol in de film The Cannonball Run uit 1981.

Texas Instruments’ TMS1000 (1974)

De TMS1000 is een familie van microcontrollers die door Texas Instruments in 1974 op de markt werden gebracht. In de TMS1000 werd een 4-bit microprocessor gecombineerd met ROM, RAM en I/O lijnen die een complete computer op een chip vormden. En hoewel Intel met het uitbrengen van de 4004 in 1971 de eerste microprocessor op de markt bracht, is het patent voor de microprocessor, en later voor de microcontroller, aan Texas Instruments toegekend. De TMS1000 was in grote hoeveelheden voor een lage prijs beschikbaar. In 1974 kostte een TMS1000 ongeveer 2 dollar en in 1979 werden er 26 miljoen exemplaren per jaar van dit onderdeel verkocht. De TMS1000 werd door Texas Instruments in haar eigen Speak & Spell en rekenmachines gebruikt, maar verder kwam je de TMS1000 werkelijk overal tegen: van speelgoed tot magnetrons. De ingebouwde ROM kon niet worden hergeprogrammeerd, zodat de TMS1000 uitsluitend voorgeprogrammeerd werd geleverd aan producenten die hun producten van een microcontroller wilden voorzien.

De TMS1000 familie bestond uit tientallen varianten en daarmee typenummers. Elke variant had een eigen hoeveelheid ROM, RAM, I/O-lijnen of specifieke chipbehuizing. Omdat er gebruik werd gemaakt van mask programmable ROM, het soort readonly geheugen dat alleen door de fabrikant kan worden geprogrammeerd, werd een lid van de TMS1000-familie voorzien van een MP-nummer, waarmee de precieze ROM-vulling voor een afnemer werd aangeduid. De TMS1000 uit de Milton Bradley Simon had bijvoorbeeld het nummer MP3226. De in de Texas Instruments Speak & Spell gebruikte TMS1000 heette de TMC0271N2L. Hiernaast produceerde TI verschillende TMS1000 met een eigen toepassing, zoals de TMS1117 voor een magnetron en de TMS1121 voor een digitale klok.

Externe links

Milton Bradley’s Simon (1978)

Simon is een elektronisch geheugenspel, uitgevonden door Ralph Baer en Howard Morrison en in 1978 op de markt gebracht door Milton Bradley. Het apparaat geeft een serie tonen en lichten die de gebruiker moet herhalen. Als dat lukt dan wordt de serie tonen en lichten gaandeweg langer. Het prototype van Baer bevatte een TMS1000 microcontroller die even daarvoor door Texas Instruments op de markt was gebracht. Deze microcontroller had als eerste een volledige microprocessor met RAM en ROM aan boord, gecombineerd met I/O mogelijkheden; een ideaal onderdeel om elektronische spellen mee te maken. Een collega van Baer, Lenny Cope, deed het programmeerwerk terwijl Baer zelf de tonen van het spel ontwikkelde. Baer verkocht het ontwerp aan Milton Bradley, die de naam van het spel omdoopten tot Simon en de bekende ronde vormgeving voor hun rekening namen. Simon werd in mei 1978 voor een introductieprijs van 25 dollar gelanceerd en werd het best-verkopende spel in de kerst van 1978. Het patent van het spel werd in 1980 aan Baer toegekend. Milton Bradley bracht snel na de oorspronkelijke Simon een Pocket Simon uit.

Intern was de Milton Bradley Simon opgebouwd op een pertinax printplaat met hierop 4 gloeilampen, twee IC’s en enkele andere losse onderdelen. Het ene IC was de Texas Instruments TMS1000, de eerste microcontroller ter wereld, en het andere IC was een SN75494 led-displaydriver, gebruikt voor het aansturen van de gloeilampen. De vormgeving van Simon kwam uit de handen van Douglas Montague, die hiervoor in 1979 een patent ontving. De vormgeving en de kleurstelling paste goed bij het ronde ruimteschip dat op de voorkant van het 1977 album Out of the Blue van Electric Light Orchestra werd getoond, wat vast een positief effect op de verkopen heeft gehad.

Externe links

Hayes Smartmodem (1981)

Computers hadden al het cassettebandje als bestandsuitwisselingssysteem, maar Hayes voegde daar in 1981 het Hayes Smartmodem 300 aan toe: alleen een seriële interface was nodig om een computer te laten communiceren met een willekeurige andere computer, alles via een vaste telefoonverbinding. Vóór 1981 was die mogelijkheid er heel beperkt voor minicomputers onderling, of met heel speciale hardware (waar Hayes toen ook al in voorzag); met het Smartmodem kwam communicatie via de telefoonlijn voor álle computers beschikbaar.

Het ontwerp van de Smartmodem 300, met een bewerkte aluminium behuizing en een zakelijk rood-acryl frontpaneel met ledindicatie, sprak iedere computerbezitter aan en het duurde niet lang voor er software werd bedacht waarmee computergebruikers op een centrale plek bestanden en informatie konden uitwisselen (het Bulletin Board Systeem). Hierdoor ontstond nog veel meer vraag naar het Hayes Smartmodem, waardoor Hayes al snel de grootste leverancier werd en de de facto standaard op het gebied van modemcommunicatie.

Naast de vormfactor en de eenvoudige aansluitmogelijkheden introduceerde het Smartmodem 300 een nieuwe vorm van besturing, AT commando’s genoemd. ATDT0101234567 legde bijvoorbeeld verbinding met een andere computer met een vaste lijn. Hierdoor kon iedere computer, onafhankelijk van het merk en model, eenvoudig met andere computers verbinding maken. Het
AT commando zorgde er tevens voor, dat het modem zelf de verbindingssnelheid met de computer kon vaststellen: de feitelijke snelheid van de seriële poort van de computer maakte niet uit: het Smartmodem stelde zichzelf op de juiste snelheid in.

Toen het Hayes Smartmodem 300 in 1981 werd geïntroduceerd was er weinig tot geen concurrentie en in de jaren daarna had Hayes vrijspel op de markt. Vanaf de introductie van het Smartmodem 1200 in 1984 kwam de concurrentie echter in beweging en werden 1200 baud modems door veel andere partijen aangeboden. Toen 2400 bits/seconde in 1985 gemeengoed begon te worden streefde de concurrentie Hayes voorbij met kleinere en innovatievere producten voor een veel lagere prijs en rond 1987 kon je een Hayes-compatible 2400 baud modem kopen voor 250 dollar (200 euro).

Elektuur’s Polyphemus modem (1986)

Een zelfbouw, PTT-goedgekeurd, 200 gulden 1200 baud modem (okee, 75 baud upload, magertjes) was in 1986 het summum voor de homecomputer- en vroege PC-bezitters die verbinding wilden maken met andere computers (nee, er was nog geen internet in die tijd) en Elektuur verraste heel Nederland ermee in het meinummer van dat jaar. Je kon een printplaat en frontplaat bij Elektuur bestellen, de overige onderdelen met enige moeite bij de lokale elektronicahandel bemachtigen en na een weekendje solderen was je online. Ik herinner me mijn exemplaar: in die tijd inelkaar gezet door werkelijk overal onderdelen vandaan te halen en met wasknijpers de telefoondraden op z’n plek te houden. De TCM3105 was lastig, en de lijntrafo werd een scheidingstrafo die normaal voor audiodoeleinden gebruikt werd. En gelukkig waren Okaphone en Telec er om je te helpen. En dan naar het dichtstbijzijnde BBS bellen om daar software te scoren, of op de fora rond te snuizen. Of naar Gandalf, de portselector van de RUG, en met één hop door naar de Cyber. Gave tijden waren dat.

Externe link

Joseph Weisbecker’s COSMAC ELF (1976)

Binnen drie maanden na de introductie van de RCA CDP1802 in 1976 kwam het maandblad Popular Electronics met een serie artikelen over de bouw van een minimale single board computer gebaseerd op deze microprocessor, de COSMAC ELF genaamd. De processor kon voor 30 dollar bij RCA worden besteld en de rest van de onderdelen bestond uit werkgeheugen, een EPROM, een stuk montageprint en een handvol schakelaars en leds. Auteur van de artikelen was Joseph Weisbecker, die ook het ontwerp van de CDP1802 voor RCA had gemaakt.

Externe links